Melodie en muziekale lijnen
Wat maakt een melodie zo belangrijk?
Mensen dragen in hun hoofd een bibliotheek vol melodietjes met zich mee. En alsof dat nog niet genoeg is, je kunt op je computer, je iPod, of je mobiele telefoon ook nog eens duizenden liedjes en melodietjes vastleggen.
Een melodie is dikwijls verbonden met persoonlijke dingen uit je leven: beelden, een situatie, een gevoel. Sommige melodieën zijn overwoestbaar, tijdloos, evergreen.
Jazz-musici improviseren vanuit jazz standards. Een jazz standard is een nummer (song) dat tot het standaardrepertoire van de jazz behoort. Tegenwoordig moet een jazz musicus ongeveer 3000 jazz standards uit het hoofd kennen, dat wil zeggen: de melodie en de akkoorden. Jazz wordt meestal niet of heel beknopt in noten en schema's opgeschreven. Standards staan in verzamelbundels als het Real Book, het New Real Book, het Fake Book of 557 Swing & Bebop Standards.
Een bekende jazz standard uit het Real Book is The Girl from Ipanema. Luister maar eens naar de beroemde jazz zangeres en pianiste Diana Krall bij een live optreden in Parijs.
De melodie is 'technisch' bekeken een opeenvolgende serie tonen. Hoge en lage – lange en korte tonen die met elkaar verband houden, die een bepaalde muzikale eenheid (lijn) vormen.
De melodie heeft ook 'emotionele inhoud': een melodisch eigen karakter met een duidelijk begin en eind.
Het ritme van de melodietonen zorgt ervoor dat de melodie niet stil staat.
Een liedjesschrijver zoekt vaak eerst naar een 'effectieve' melodie. Hij wil dat de melodie zijn gevoelens goed uitdrukt en een brug slaat naar het gevoel van anderen, voordat hij de woorden van de tekst erbij bedenkt.
Als je een melodie verzint, maak je keuzes. Het gaat erom wat je met de tonen wilt doen. Je denkt bijvoorbeeld na over:
- de goede volgorde van de tonen,
- hoe de melodie zich beweegt
- de toonomvang van de melodie (de omvang van je melodie: wat is de laagste en wat is de hoogste toon?)
Je kunt een melodie opschrijven met muzieknoten. Je gebruikt daarvoor een notenbalk en muziekschrift.
De notenbalk heeft 5 lijnen. De onderste lijn noemen we de eerste lijn.
De muzieknoten staan in de notenbalk. Ze kunnen óp een lijn staan, of tussen twee lijnen.
Voor noten die niet binnen de notenbalk passen, gebruiken we een hulplijn. Je ziet dat er een mini-lijntje door de kop van noot loopt.
De plaats waar de noot op de notenbalk staat (hoog of laag), geeft je een idee hoe hoog of laag die noot klinkt.
De G-sleutel is een belangrijk teken.
Hij geeft aan dat de noot G op de tweede lijn staat (weer vanaf de onderkant geteld).
Als je dat weet, dan kun je de namen van de andere noten wel vinden.
Je weet dat de vaste notennamen met letters worden aangegeven: A - B - C - D - E - F - G.
Maak jouw eigen website met JouwWeb